“Ik ben niet blij en ook niet een beetje blij”

“Ik ben niet blij en ook niet een beetje blij” zegt hij als hij binnenkomt. Ik zie het aan zijn gezicht. Hij wil er niet over praten, dat is te moeilijk, geeft hij aan. Op een vel mag hij tekenen hoe hij zich voelt. Er komen heel veel cirkels in allerlei kleuren. Tijdens het tekenen leg ik de emotiekaartjes neer zodat hij een woord bij zijn gevoel kan zoeken. Het wordt ‘droevig’. Er komen meer cirkels bij op het blad, rond en rond gaat het potlood. De kleuren worden snel afgewisseld. Sommige potloden hebben nu geen punt meer, we kijken er samen naar. Als ik vraag wat anderen aan hem zien als hij droevig is, pakt hij het kaartje ‘woede’ en ook de woorden ‘agressie’ en ‘vurig’ horen daarbij. Hij laat iets anders zien dan dat zijn gevoel is. Zijn handen zijn tot rust gekomen, de potloden liggen stil op tafel. Met de poppetjes wil hij wel laten zien wat er gebeurd is. Er komt gaandeweg meer nuance in zijn verhaal. Aan het einde heeft hij zelf al een oplossing bedacht over hoe hij het goed gaat maken. Ik vraag hoe hij zich nu voelt, hij zoekt tussen de kaartjes en kiest ‘gelukkig’. We praten nog even na, over hoe fijn het is om over gevoelens te praten. Het kaartje ‘Ik zeg wat ik voel!’ mag er bij, daarmee is het afgerond.

Krastekening over droevig gevoel

Laat een reactie achter